Datum: Zaterdag 31 oktober 2009.
Plaats: Sporthal Flabbaert, Prinsengoeddreef 33 te Knesselare.
Naam: Flabbaert VTT.
Afstand: 48 km.
Aanwezigen: François, Lieven en Stefaan.
Nadat het enthousiasme aangewakkerd werd op de blog, doet een simpel telefoontje onder de liefhebbers de rest. Dirk is weeral niet in zijn kot, en Albert moet ergens een kot gaan uitkuisen. Kris rijdt nog op smalle banden, en Braem is de laatste tijd gewoon niet op fiets te bespeuren te velde. Wulpe vindt voorlopig ook niet de weg terug naar onze bende, dus we blijven over met een trio van lichte raspaardjes: Stef, Francois en Lieven. Het zal de pret niet bederven.
Het weer is lekker droog, en daar zullen we vandaag maximaal de vruchten van plukken. Parking en startplaats is snel gevonden, inschrijven voor de 48 km en starten maar. De mountainbike voelt raar aan na een ganse zomer op koersfiets. Veel compacter, iets steger toch ook. Maar Lieven heeft zin om lijf en leden eens uit te testen, en sleurt al gauw op koersfietstempo de snelheid in de hogere regionen. Het parcours leent er zich dan ook uitstekend toe: het ligt kurkdroog, en alle veldwegen en bospaden zijn lekker hard aangereden. Er is al een Sherlock-vergrootglas nodig om een streepje modder te bekennen. Stef heeft vorige week met Dirk een serieus peerke afgezien, maar die starttraining laat hem wel toe om het tempo toch min of meer vlot te kunnen volgen. Francois klampt met verve aan, en geeft geen krimp. Ja, als de voorrijders wat stoom afblazen en het tempo wat laten zakken, neemt hij zowaar het voortouw en daagt zo zijn mederijders uit om opnieuw de trapfrequentie aan te zwengelen. En zo gaan we gezwind tot de eerste bevoorrading, elkaar vlot afwisselend aan de kop.
Die bevoorrading is er eentje van de betere soort. In een kleine schuur kunnen we zowaar in rieten zeteltjes uitrusten. Lieven zou er welhaast een boekje bij nemen en in alle rust iets lezen, Stef heeft al genoeg aan het ‘weidse landschap’ op zich.
De tweede etappe kondigt nog 27 km aan. We leggen er al snel weer de pees op. Voor Lieven durft het lichtje al eens minder fel te schijnen. Hij neemt minder het voortouw, en neemt meer en meer genoegen om in het wiel van de anderen te blijven. Een tweetal keer verliest hij zelfs terrein, en moet hij op de sympathieke vertraging van de voorgangers wachten om terug bij te zijn. Stef daarentegen is blijkbaar beter en beter op dreef gekomen. Lieven blijft speculeren op een tweede bevoorrading, maar die blijft maar uit. Als we eind de dertig, bijna veertig kilometers onder de banden hebben geplooid, beseffen we met z’n allen dat er geen bevoorrading meer komt. Lieven neemt dankbaar een slokje uit de pulle van Francois, en dit gebaar kondigt al het eindklassement aan. Francois moet erkennen dat de beste jus is verreden, Lieven voelt aan de beenspiertjes dat er geen extra versnelling meer in zit. Noch hoeft. We besluiten om de laatste kilometers op een goed tempo maar zonder forceren uit te rijden. Stef heeft uit het pulle-moment eerder een symbool gezien van bevlogen enthousiasme. Slechts weinig later klampt hij aan bij een groepje dappere strijders die net iets sneller rijden dan wij, en hij houdt hun wiel tot de meet.
De fietsen hebben bij aankomst wegens ultra-droge wegen geen enkele behoefte aan water, wij genieten des te meer van een deugddoende douche. Finaal komen we maar aan een kleine 45 km in totaal op onze kilometerteller. We hebben ze wel in quasi 2 uur uitgereden. Niet slecht voor ons gewone doen, en iedereen tevreden. Na een eerste inwendige bevochtiging ter plaatse zoeken we de gezelligheid van de Vouwte op voor de afdronk.
Lieven (verslag).